Menu - Jan Elen - Luc Nijs & Marc Leman - Paul Craenen - Jos Herfs & Robin Van Rootseler - Martine Huvenne
Paul Craenen:
Instrumenten voor nieuwe oren
Paul Craenen stelt in zijn bijdrage een aantal uitgangspunten van het formele muziekonderwijs in vraag. Hij maakt een analyse van het instrumentale denken in het huidige muziekonderwijs en staat vervolgens stil bij het potentieel van nieuwe instrumentale benaderingen voor een toekomstgerichte muziekpedagogiek. Hij argumenteert dat het muzikale leerproces alle aspecten van klankproductie zou moeten omvatten, en illustreert dit aan de hand van enkele voorbeelden uit de Klas Experimentele Muziek die hij ruim tien jaar terug opstartte in Oud-Heverlee.
Voorbeeld 1
Een cursist maakte een compositie die volledig gebaseerd is op het hoorbaar maken van de ademhaling tijdens het bespelen van een bugel. Ruisklanken, percussieklanken en zichtbare, theatrale performance zijn het resultaat. |
Voorbeeld 2
Een jonge accordeonist creëert met behulp van een loopstation stapsgewijs een soundscape die bestaat uit vier stemmen boven elkaar. De loops zijn hier lang en van onregelmatige lengte, waardoor metrische voorspelbaarheid wordt vermeden. Daarnaast is er sprake van nog meer experimentele benaderingen: de inspiratiebron vormt een grafische partituur (uit “Treatise” van Cornelius Cardew) en de gehanteerde speeltechniek is een duidelijk voorbeeld van een “extended technique”. |
Voorbeeld 3
Een amateurgitarist en fan van Miles Davis creëerde een performance waarbij hij met de snaren van zijn gitaar de stem van Miles en flarden uit “So What” kon oproepen. Toonhoogteherkenning ligt hier aan de basis. |
Voorbeeld 4
Twee cursisten schiepen een multimediale omgeving met videobeelden, poëzie en live electronics. Percussieve handelingen in de piano en een elektrische gitaar triggeren samples of bewegingen in de videoprojectie. Geluidssterkte vormt de sleutel voor de interactie tussen beeld, tekst en muziek. |
Voorbeeld 5
Met behulp van enkele materialen en objecten, een tafel met een contactmicrofoon en een softwareprogramma, creëert de cursist een poëtische en allesbehalve technolo- gisch aandoende omgeving. Via technieken van “vocoding” worden de contactgeluiden op de tafel omgezet in het geluid van een rijdende wagen of van menselijke stemmen. Daarnaast wordt ook gewerkt met elementen van soundscaping en live looping. De beweging van de vinger, de tekening in het zand, de woorden en klanken vormen één associatief geheel. |
|
Voorbeeld 6
Een beeldend kunstenares ontwikkelde binnen de klas Experimentele Muziek een concept waarbij het contactgeluid van een potlood, of in dit geval een tak, live sampling en video aanstuurt. In dit geval is er sprake van een beperkte mate van patroonherkenning: getekende strepen of punten genereren omgekeerde stuursignalen voor opname en weergave van audio en video, wat een enigszins onvoorspelbare maar toch logische audiovisuele interactie oplevert. |
Voorbeeld 7
Een cursist begon met het exploreren van open sourcesoftware (reactable) gebaseerd op visuele patroonherkenning. Aan de hand daarvan kan de positie en rotatie van objecten op een glasplaat gemonitord en vertaald worden naar stuursignalen voor audiosoftware. Tijdens het eerste cursusjaar ontwierp de leerling zelfstandig een eer ste versie van zijn instrument en begon te experimenteren met live looping. Via de objecten op de tafel kon elke loop in realtime worden aangepast wat betreft snelheid, toonhoogte, lengte, enzovoort. In de daaropvolgende twee jaren werd het instrument geperfectioneerd en werd het de uitvalsbasis voor onder andere een soort van live hoorspel. Dankzij een relatief langdurig leer- en creatieproces ontwikkelde de cursist ook een zekere vorm van virtuositeit met zijn instrument. |