Thomas De Baets (°1982) is docent en afdelingscoördinator muziekpedagogie aan LUCA School of Arts – Campus Lemmensinstituut in Leuven. Hij is doctor in de kunsten (KU Leuven, 2012) en haalde voorheen de diploma’s van master in muziek, afstudeerrichting muziekpedagogie (Lemmensinstituut, 2005) en van voortgezette studies muziekpedagogie (Lemmensinstituut, 2008). Voorafgaand aan zijn doctoraat volgde hij de doctoraatsopleiding in de kunsten docARTES aan het Orpheus Instituut in Gent (2009). Zijn voornaamste onderzoeksinteresse is het praktijkgerichte onderzoek van muziekleraren. Sinds 2009 is hij bestuurslid van de European Association for Music in Schools. Hij was spreker op verschillende studiedagen en congressen in binnen- en buitenland en is gastdocent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag (Nederland).
Luc Nijs (°1973) is musicus (klarinet) en behaalde in 1996 een meestergraad muziek (cum Laude & prijs Leopold Genin) aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, onder de begeleiding van Piet Jeegers. Naast zijn studies aan het conservatorium studeerde hij bij o.m. Fang Song, Walter Boeykens, Thomas Friedli en Ronald Van Spaendonck. In 2008 studeerde hij met grote onderscheiding af als Master in de Wijsbegeerte met een thesis over de relatie tussen muzikant en muziekinstrument. Nadien kon hij als doctoraatsbursaal aan de slag aan het Instituut voor Psychoakoestiek and Electronische Muziek (IPEM, Universiteit Gent). In 2012 behaalde hij een doctoraat in de kunstwetenschappen (musicologie). Momenteel is hij leraar klarinet (academies van Grimbergen en Gentbrugge) en postdoctoraal onderzoeker aan het IPEM. Zijn onderzoek betreft de rol van het lichaam in de ontwikkeling van muzikaal vakmanschap en de wijze waarop technologie die rol kan ondersteunen.
auteurs
Ferre Laevers (°1950) is hoogleraar aan de KU Leuven en leidt er het Expertisecentrum Ervaringsgericht Onderwijs (CEGO). Hij is de grondlegger van een onderwijsconcept dat, geïnspireerd door de experiëntiële beweging en het constructivisme, sedert 1976 tot ontwikkeling kwam en is uitgegroeid tot een benadering met internationale uitstraling. Het e.g.o.-raamwerk bestrijkt drie categorieën van kwaliteitsindicatoren: onder het proces staat naast ‘welbevinden’ de ‘betrokkenheid’ van de lerende centraal. De leeromgeving die hiervoor nodig is ontleent haar kracht aan de rijkdom van het aanbod, ruimte voor leerlingeninitiatief en een sensitieve en stimulerende leerkrachtstijl. De output kadert in het recente paradigma rond competenties waarin ontwikkeling op een holistische wijze wordt benaderd. Het muzische heeft in het e.g.o. steeds aandacht gekregen. In een reeks masterproeven is vooral gefocust op de muzikale perceptie als een van de competenties en een boeiend domein om de ontwikkeling van basisschemata in kaart te brengen.
Bart Put (°1979) studeerde musicologie en politieke en sociale wetenschappen aan de KU Leuven. Na zijn studies was hij als onderzoeksmedewerker werkzaam aan het Institute for International Integration Studies (Trinity College Dublin), waar hij als kwalitatief onderzoeker betrokken was bij een project omtrent de muzikale activiteiten van Oost-Europese immigranten in Dublin. Nadien was hij als onderwijsassistent verbonden aan het Centrum voor Sociologisch Onderzoek (KU Leuven). Daar hielp hij binnen het onderzoeksdomein ‘Theorie, cultuur en religie’ vooral de opleidingsonderdelen gerelateerd aan de theoretische sociologie mee ondersteunen. Momenteel bereidt hij binnen het kader van diezelfde onderzoekseenheid een doctoraal proefschrift voor over de sociale theorie van de Duitse socioloog Niklas Luhmann, met specifieke aandacht voor mogelijke toepassingen van deze theorie op het domein van de intieme relaties.
Mark Reybrouck (°1952) studeerde lichamelijke opvoeding, motorische revalidatie en kinesitherapie en musicologie aan de KU Leuven. In zijn doctoraal proefschrift onderzocht hij de relatie tussen muziek en semiotiek. Momenteel is hij als hoogleraar verbonden aan de onderzoekseenheid musicologie (KU Leuven), waar hij muziekpsychologie doceert en als vakdidacticus verantwoordelijk is voor de specifieke lerarenopleiding. Daarnaast is hij ook verbonden aan de Katholieke Hogeschool Vives (Torhout) waar hij naast muziek ook anatomie en biomechanica doceert. Zijn onderzoeksagenda is vooral gericht op muzikale semantiek en biosemiotiek met speciale aandacht voor luisterstrategieën en muzikale betekenisgeving. Naast theoretische bijdragen over muzikaal grondslagenonderzoek en muziekcognitie heeft hij ook empirisch onderzoek verricht naar de mechanismen van muzikale betekenisgeving. Hij heeft tal van bijdragen gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften en boeken, en was als spreker te gast op talrijke congressen in binnen- en buitenland. Hij is ook auteur van twee Nederlandstalige boeken over luisterstrategieën.
Lieven Strobbe (°1956) is opgeleid als organist en muziekpedagoog en werkt sinds 1980 in een zeer divers veld. Hij is leraar orgel, muziekanalyse en begeleidingspraktijk aan LUCA School of Arts (Lemmensinstituut, Leuven) en de Scholengemeenschap DKO Antwerpen, docent vakdidactiek orgel en begeleidingspraktijk en werkt regelmatig mee aan domeinoverschrijdende projecten met jonge kinderen uit de Antwerpse basisscholen. Zijn permanente zoektocht naar werkvormen die beklijvend leren en integer musiceren mogelijk maken, vormde zijn uitgesproken visie op leren musiceren en maakt van hem een gevraagd leraar muzische vorming, zowel in het basisonderwijs, het DKO als in de lerarenopleidingen. Momenteel ontwikkelt hij een klavierdidactiek op basis van creatieve werkvormen.
Hans Van Regenmortel (°1960) studeerde viool aan de conservatoria te Antwerpen en Maastricht. Als musicus engageerde hij zich voor een breed palet projecten, van barok tot pop, kamermuziek en muziektheater. Hij bouwde meer dan 25 jaar ervaring op in het deeltijds kunstonderwijs en experimenteerde er al vroeg met benaderingen die muzikale creativiteit centraal stelden. Zo was hij bezieler van een project waarbij jonge kinderen op het instrument van hun keuze meteen als componisten en improvisators benaderd werden. Verder was hij betrokken bij domeinoverschrijdende projecten voor dagscholen en nascholingen voor studenten en leraars. Gaandeweg ontwikkelde hij een bijzondere interesse voor wat muziek ons leert over de menselijke natuur en voor leerprocessen in het bijzonder. Hans is momenteel artistiek coördinator bij Musica, Impulscentrum voor Muziek, met een speciale focus op projecten voor kinderen en jongeren. Hij is (co-)auteur van diverse muziekeducatieve publicaties en artikelen. In 2010 publiceerde hij samen met Lieven Strobbe Klanksporen – Breinvriendelijk musiceren.